Tekort studentenwoningen

Tekort studentenwoningen in Nederland: crisis in grote én kleine studentensteden

Het tekort aan studentenwoningen groeit in rap tempo. Steeds meer studenten starten hun studie in een nieuwe stad, maar komen terecht op een woningmarkt die geen ruimte voor hen heeft. Waar vroeger een kamer vinden een kwestie van zoeken en doorzetten was, is het tegenwoordig voor velen een onmogelijke opgave. Het gevolg? Studenten blijven langer thuis wonen, haken af van hun studie of slapen noodgedwongen op een bank of in een tent.

Deze woningcrisis raakt niet alleen de grote steden als Amsterdam, Utrecht, Groningen, Rotterdam en Eindhoven, maar ook kleinere studentensteden als Leiden, Delft, Nijmegen en Zwolle. In dit artikel onderzoeken we de omvang van het probleem, de oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen voor het tekort aan studentenwoningen in Nederland.

Hoe groot is het tekort aan studentenwoningen?

Volgens de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2024 (Kences) bedraagt het landelijk tekort aan studentenwoningen meer dan 27.000 wooneenheden. En dat aantal loopt nog altijd op. De verwachting is dat de studentenpopulatie in Nederland tot 2030 blijft groeien. Vooral internationale studenten zorgen voor extra druk, omdat zij vanaf dag één woonruimte nodig hebben.

Een tekort van tienduizenden studentenwoningen betekent:

  • Honderden studenten op wachtlijsten bij woningcorporaties

  • Huren van €600 tot €1.000 per maand voor een kleine kamer

  • Wachttijden van 1 tot 4 jaar bij studentenhuisvestingorganisaties

En dit probleem speelt zich niet alleen af in de Randstad, maar in álle studentensteden van Nederland.

De situatie in grote studentensteden

1. Amsterdam

De hoofdstad kent het grootste absolute tekort aan studentenwoningen. Ondanks de aanwezigheid van organisaties als DUWO en Student Experience, kunnen vraag en aanbod elkaar niet bijbenen. De huren voor een kamer in Amsterdam liggen gemiddeld boven de €750 per maand. Internationale studenten wijken noodgedwongen uit naar Diemen, Almere of Amstelveen – of keren terug naar hun thuisland.

2. Utrecht

Ook Utrecht kampt met een nijpend tekort aan studentenwoningen. De stad heeft een sterke aantrekkingskracht door de centrale ligging en het brede aanbod van opleidingen. Maar met een groei van duizenden studenten per jaar en beperkte bouwlocaties is de markt compleet overspannen. Veel studenten blijven thuis wonen of kiezen voor alternatieven in Zeist, Houten of Nieuwegein.

3. Groningen

De universiteitsstad bij uitstek: in Groningen is ruim een kwart van de bevolking student. Maar ook hier is de rek eruit. De woningmarkt is krap en er zijn te weinig campuslocaties. In september 2024 moesten meerdere internationale studenten noodgedwongen in tijdelijke tentenkampen verblijven. Een kamer vinden zonder inschrijving is nagenoeg onmogelijk.

4. Rotterdam

Rotterdam huisvest studenten van onder andere de Erasmus Universiteit, Hogeschool Rotterdam en Codarts. Het aanbod van studentenhuisvesting is versnipperd, en commerciële huurprijzen liggen hoog. Vooral in Kralingen en het centrum zijn kamers schaars en duur. Initiatieven als de herontwikkeling van het voormalige belastingkantoor helpen, maar lossen het probleem niet structureel op.

5. Eindhoven

Door de opmars van de TU/e en het internationale karakter van de Brainportregio groeit de studentenpopulatie in Eindhoven snel. De stad loopt achter met de ontwikkeling van betaalbare studentenhuisvesting. Studenten huren noodgedwongen (te dure) studio’s of wonen met meerdere personen in woningen die niet als studentenkamer zijn bedoeld.

De situatie in kleinere studentensteden

1. Leiden

Hoewel Leiden een relatief kleine stad is, telt het veel studenten dankzij de universiteit en hogescholen. Ook hier is het tekort aan studentenwoningen fors. Veel studenten wijken uit naar Leiderdorp, Voorschoten of zelfs Den Haag. De wachttijd bij studentenhuisvester DUWO kan oplopen tot 3 jaar.

2. Delft

TU Delft trekt jaarlijks duizenden nieuwe (inter)nationale studenten. Maar Delft heeft simpelweg niet genoeg studentenwoningen. Bouwprojecten lopen vast door ruimtelijke beperkingen en bezwaarprocedures. Daardoor wonen veel studenten in Rijswijk of Den Haag – met lange reistijden als gevolg.

3. Nijmegen

Ook in Nijmegen, met de Radboud Universiteit en de HAN, is het tekort nijpend. Vooral betaalbare onzelfstandige woonruimte ontbreekt. Studenten trekken steeds vaker naar Lent, Wijchen of zelfs naar Duitsland (Kranenburg, Kleve) om te kunnen wonen.

4. Zwolle

Zwolle groeit als hogeschoolstad en heeft daarnaast veel mbo-studenten die op kamers willen. Toch blijft de bouw van studentenwoningen achter. Het tekort aan studentenwoningen in Zwolle leidt ertoe dat jongeren uit de regio Overijssel vaak bij ouders blijven wonen of hun studie-uitval riskeren.

Oorzaken van het tekort studentenwoningen

1. Te weinig nieuwbouw

Er worden simpelweg te weinig studentenwoningen bijgebouwd. Belemmeringen zijn onder meer:

  • Strenge ruimtelijke ordening

  • Lange bezwaarprocedures

  • Onvoldoende prioritering door gemeenten

2. Explosieve groei studentenpopulatie

Het aantal studenten neemt al jaren toe. Vooral internationale studenten zoeken woonruimte, vaak met spoed. Zij kunnen vaak niet terugvallen op ouders of netwerken.

3. Commercieel vs. sociaal

Veel nieuwe studentenwoningen worden ontwikkeld in het dure vrije sector-segment. Sociale studentenhuisvesting blijft achter door gebrek aan financiering of regels.

4. Huisjesmelkers en kamerverhuurverboden

In sommige gemeenten zijn regels strenger geworden: kamerverhuurvergunningen zijn lastiger te krijgen, en dat drukt het particuliere aanbod.

Gevolgen van het tekort aan studentenwoningen

Het tekort aan studentenwoningen heeft verstrekkende gevolgen:

1. Studievertraging of -uitval

Studenten die geen woonruimte vinden, stellen hun studie uit of stoppen er zelfs mee.

2. Mentale druk

Dakloosheid, stress over wonen en financiële zorgen zorgen voor psychische klachten bij studenten.

3. Ongelijke kansen

Studenten uit vermogende gezinnen kunnen makkelijker een kamer vinden (of kopen), terwijl minderbedeelde studenten de dupe zijn.

4. Schijnzelfstandigheid

Veel studenten huren een kamer zonder officieel huurcontract of onder onveilige omstandigheden – zonder huurtoeslag, rechten of zekerheden.

Oplossingen voor het studentenwoningtekort

1. Versnellen van studentenbouwprojecten

Gemeenten moeten procedures versoepelen en projecten voorrang geven. Denk aan:

  • Snelle vergunningen voor studentencomplexen

  • Herbestemming van leegstaande kantoorpanden

  • Tijdelijke bouw (flexwoningen) op braakliggende gronden

2. Meer campusconcepten

Campusbouw – waarbij meerdere studenten in één gebouw wonen met voorzieningen – is efficiënt, schaalbaar en betaalbaar.

3. Verlagen van regels voor kamerverhuur

In steden als Enschede, Arnhem of Tilburg zijn kamerverhuurvergunningen versoepeld, wat zorgt voor meer aanbod.

4. Aandacht voor regionale spreiding

Niet elke student hoeft in hartje centrum te wonen. Studentenhuisvesting aan de rand van de stad of in randgemeenten kan een oplossing zijn, mits OV goed geregeld is.

Wat kunnen studenten zelf doen?

Hoewel het tekort niet zomaar opgelost is, kunnen studenten de volgende stappen zetten:

  • Vroeg inschrijven bij studentenhuisvestingorganisaties zoals DUWO, SSH of ROOM

  • Gebruik maken van landelijke platforms, zoals woning-unie.eu

  • Zoeken in de bredere regio, inclusief omliggende dorpen of steden

  • Samen met anderen huren of collectief inschrijven bij verhuurders

  • Gebruik maken van antikraak, hospitaverhuur of tijdelijke woonruimtes

Vooruitzichten voor 2025 en verder

De minister van Volkshuisvesting heeft in het Nationaal Actieplan Studentenhuisvesting (NAS) vastgelegd dat er tot 2030 60.000 extra studentenwoningen gerealiseerd moeten worden. Of dat lukt, hangt af van:

  • Lokale medewerking van gemeenten

  • Beschikbare bouwlocaties

  • Samenwerking met corporaties en universiteiten

Tot die tijd blijft het tekort aan studentenwoningen een van de grootste problemen binnen het hoger onderwijs in Nederland.

Conclusie

Het tekort aan studentenwoningen is een landelijke crisis met lokale gezichten. In grote steden zoals Amsterdam, Utrecht, Groningen, Rotterdam en Eindhoven, maar ook in kleinere studentensteden als Leiden, Delft, Nijmegen en Zwolle, kunnen duizenden studenten geen geschikte woonruimte vinden. De gevolgen zijn ernstig: uitval, stress en ongelijke kansen.

De oplossing? Versnelling van nieuwbouw, inzet van tijdelijke woonvormen en meer flexibiliteit in regelgeving. En bovenal: politieke én bestuurlijke wil om studenten serieus te nemen. Want een studie starten zou moeten gaan over leren, groeien en ontdekken — niet over overleven op de woningmarkt.